Speluitleg

Speluitleg:

Wat kunnen de stukken doen in Raindropchess? 

De schaakstukken kunnen dezelfde zetten maken als bij gewoon schaken.

Waar kun je de stukken plaatsen?

  • De koningin, toren, loper en paard kunnen op elk vrij veld worden geplaatst.
  • Witte pionnen kunnen op ieder vrij veld in rij 2 tot en met 6 worden geplaatst, zwarte pionnen kunnen op ieder vrij veld in rij 7 tot en met 3 worden geplaatst.
  • De koning kan alleen op velden worden geplaatst waar hij niet schaak staat (= aangevallen).

Hoe start je het spel?

Het spel begint met het omdraaien van kaarten. Wit gaat als eerste, draait zijn bovenste kaart om en plaatst het stuk afgebeeld op de kaart op een veld, volgens de hierboven beschreven regels. Dan is zwart aan de beurt. De tegenstander moet altijd kunnen zien welke kaart de andere speler heeft omgedraaid. Nadat een kaart is omgedraaid, moet het stuk dat op die kaart is afgebeeld op het bord worden geplaatst.

Wanneer mag je een zet doen op het bord?

Zodra de koning van een speler op het bord is geplaatst, kan hij in de volgende beurten kiezen of hij nog een kaart wil omdraaien of een schaakzet wil doen. Een schaakzet betekent dat je een schaakstuk naar een ander veld verplaatst en bijvoorbeeld een van de schaakstukken van je tegenstander slaat of zijn koning schaak zet. Zodra u een schaakstuk heeft aangeraakt om een ​​zet te doen, moet dat schaakstuk verplaatsen.

Aanvallen en stukken veroveren

  • Elk schaakstuk op het bord kan de stukken van de tegenstander aanvallen, inclusief de koning. Als de koning wordt aangevallen (= schaak gezet), moet deze aanval worden geneutraliseerd (= verdedigd).
  • Je mag pas een stuk van je tegenstander slaan als je eigen koning op het bord staat.
  • Geslagen stukken worden van het bord verwijderd en nemen niet langer deel aan het spel.

Hoe verdedig je aangevallen stukken?

Een stuk dat wordt aangevallen kan worden verdedigd door:

  • Het gebruik van een schaakstuk om de aanval te blokkeren (een stuk dat al op het bord staat of dat wordt geplaatst nadat een kaart is omgedraaid)
  • Het schaakstuk verplaatsen dat wordt aangevallen (als je koning al op het bord staat)
  • Het aanvallende stuk slaan met een eigen schaakstuk (als je koning al op het bord staat)

Hoe promoveer ik?

Gebruik van de blauwe schaakstukken Zodra een pion de andere kant van het bord bereikt, kan de speler deze ruilen voor een van zijn blauwe schaakstukken. Het blauwe schaakstuk neemt dan de plaats van de pion in. Dit heet promotie. Er kunnen niet meer dan vier pionnen gepromoveerd worden.

Wat als de kaarten op zijn?

Als een speler al zijn kaarten heeft gebruikt, kan hij alleen nog schaakzetten doen.

Wanneer eindigt het spel?

Het spel is afgelopen zodra een koning niet meer schaak kan zetten (= schaakmat). Dit is het geval als de volgende vier uitspraken allemaal tegelijkertijd waar zijn:

  1. De koning wordt aangevallen (= de koning staat schaak).
  2. Het is onmogelijk om de koning naar een veld te verplaatsen waar hij niet wordt aangevallen.
  3. Het schaakstuk dat de koning aanvalt, kan niet worden geslagen.
  4. Het is onmogelijk om een ​​schaakstuk tussen de koning en de aanvaller te plaatsen.

Waarvoor zijn de Jokers?

Deze kunnen in het spel gebruikt worden als extra verrassingselement. Als je besluit om mee te spelen. Schud er gewoon een of twee in elke kaartenset voordat je begint. Je kunt dan afspreken dat als je een joker trekt, je een extra beurt krijgt of een stuk van je tegenstander van het bord mag verwijderen.

Voorbereiding:

  • Plaats het spelbord op een tafel en de schaakstukken op de daarvoor bestemde plekken.
  • Haal de jokers eruit en schud de twee pakjes kaarten.
  • Leg de witte kaarten verdekt naast de witte speler en de zwarte naast de zwarte speler, of voor het bord.

Instructiekaart: